Du holde Kunst - over de liedkunst Zelfmoord met prozac

 

Du holde Kunst - over de liedkunst

Bewerking van een detail van het manuscript van 'An die Musik' met de woorden 'Du holde Kunst' in het handschrift van Schubert


Thomas Oliemans, bariton, Malcolm Martineau, piano
Gehoord: Concertgebouw kleine zaal, 17 juli 2013

Schwanengesang is eigenlijk geen cyclus. Wel heeft Schubert erover gedacht de gedichten van Rellstab en Heine in twee afzonderlijke bundels uit te geven. Twee weken na Schuberts dood heeft zijn broer ze echter als Schuberts zwanenzang aan de uitgever Haslinger gegeven en sindsdien vormen ze een cyclus met één Deutsch-nummer. Je zou ze eerder kunnen beschouwen als twee liedgroepen die in één concert gecombineerd zouden kunnen worden.

Ook binnen de twee groepen is er geen sprake van één en dezelfde hoofdpersoon, laat staan dat er een doorgaande handeling te bespeuren is. De Rellstab-teksten komen naar verluid uit de nalatenschap van Beethoven. Toch zijn er - anders dan in sommige andere liederen van Schubert – weinig verwijzingen naar Beethoven in te vinden. Ze vertonen ook veel minder interne samenhang dan de Heine-liederen, die door hun romantische thematiek eerder bij elkaar horen. Bij de uitvoering ervan vormt dat een moeilijkheid: er worden wel heel veel verschillende gevoelens en situaties in een kort tijdsbestek – soms zelfs binnen één lied - geschilderd.
Oliemans wist juist bij de Rellstab-liederen de aandacht van het publiek heel goed gevangen te houden en dat is op zich al een prestatie bij een aantal van deze liederen. Het publiek was zeer stil, veel stiller dan later bij de Heine-liederen.

Schwanengesang
begint met Liebesbotschaft, een van de vele liederen van Schubert waarin een beekje een rol speelt. Aan het beekje de opdracht een liefdesgroet aan de geliefde door te geven, net zoals in Beethovens An die ferne Geliebte. Oliemans begint het fraai mezzoforte. Waar nodig neemt gaat hij voldoende in volume terug. Flüstre is mooi zacht maar het eind had naar mijn smaak wat meer gevoel kunnen hebben.
Kriegers Anhnung vertelt het voor ons enigszins ouderwets aandoend verhaal van een soldaat die vreest in de oorlog om te komen (in Schuberts tijden een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voor die beroepsgroep). Het wisselt tussen beschrijvingen van de oorlogssituatie en de daarmee verbonden angst voor de dood en herinneringen aan en verlangen naar de momenten die hij aan de boezem van zijn geliefde doorgebracht heeft - misschien wel als laatste hoopgevende gedachte. Het lied met vele dramatische momenten bleek voor Oliemans’ stem erg geschikt, al hadden de lyrische gedeelten naar mijn smaak wat meer de vertwijfeling en de angst van de protagonist kunnen weergeven, zeker in de laatste noot.
Frühlingssehnsucht is een strofenlied waarbij de vier eerste strofen eindigen met een vraag. Gelukkig kent de vijfde strofe een antwoord.  Idealiter zou de zanger een duidelijke verschil in vier eerste strofen aan moeten brengen, maar dat vergt een diepgaande interpretatie van de tekst een gedegen plan van aanpak. Dietrich Fischer-Dieskau beveelt in zijn Schubert-boek in 1971 zelfs aan om dan maar twee strofen weg te laten, maar in 1996 komt hij daarop terug. Door het snelle tempo (ook voorgeschreven in de partituur) en de vrij dramatische aanpak bleef het lied bij Oliemans boeiend. Aan de andere kant vermeed hij de lyriek en maakte hij nauwelijks of geen verschil tussen de vier eerste strofen. Desondanks dat was het zeker boeiend.

Ständchen
is een van de populairste Schubert-liederen. Oliemans en Martineau zorgden voor een fraaie sfeer en bleven vrij dicht bij de inhoud. Toch vond ik ook hier dat net de belangrijke laatste noot gevoel miste.
Aufenthalt doet verslag van een Wanderer die voor zijn ongeluk op de vlucht is. Ook dit is een lied dat nogal veel herhalingen kent. Oliemans blijft vocaal boeien, maar – anders dan Martineau – houdt hij het vrijwel het gehele lied bij mezzoforte, op een enkele dramatische uitschieter na, wat de de interpretatie niet ten goede komt.
Voor In der Ferne geldt dat gelukkig niet, dat wordt veel gedifferentieerder uitgevoerd, met vaak, soms ook maar kort, zachte tonen. Het lied heeft op Beethoveniaanse wijze moeite een einde te vinden, maar Oliemans slaagt erin de spanning tot aan het einde wist te houden, heel knap.
Ook Abscheid  kent vele herhalingen en strofes, maar klinkt door het tempo en het ritme, dat de gang van een paard moet nabootsen, erg monter. Bovendien verandert gedurende het lied de sfeer. Het begint vrolijk (al blijkt het later deels een gespeelde vrolijkheid) en eindigt in duisternis. Opvallend vooral het in veel verschillende akkoorden gezongen Ade (adieu); in dat opzicht herinnert het enigszins aan Alinde. Oliemans weet de langzaam veranderende sfeer vrij goed weer te geven. Het einde is echter een beetje teleurstellend, want de oproep aan de sterren zich te verduisteren spreekt van een groot liefdesongeluk en Oliemans zingt dit nogal neutraal.
Met Abscheid nemen we ook afscheid van Rellstab, in ieder geval voorlopig.

Een complicatie bij de Heine-liederen is dat Schubert ze niet in de volgorde zoals opgenomen in Heines Die Heimkehr gecomponeerd heeft. (De liederen 8 t/m 13 zouden om aan Heine recht te doen in de volgorde 13, 12, 8, 10, 9 en 11 uitgevoerd moeten worden.) Mogelijk is de door Schubert in ieder geval bij het componeren gekozen volgorde een poging om er toch een soort ontwikkeling in aan te brengen. Denkbaar is echter ook dat Schubert uiteindelijk toch Heines volgorde voor ogen had, zijn ideeën daarover heeft Schubert meegenomen in zijn graf. De volgorde van Heine lijkt iets logischer. Dan is er later aan het einde nog een afzonderlijk lied in Schwanengesang opgenomen, dat er waarschijnlijk alleen in staat om het aantal van dertien te vermijden: Die Taubenpost, op tekst van Seidl, overigens wel een prachtig lied.

Thomas Oliemans sluit Schubert-serie deels erg fraai af

 

 

Thomas Oliemans, foto: Marco Borggreve

Der Atlas vertelt over een hoofdpersoon die zijn ongeluk ervaart als een last die vergelijkbaar is met die van Atlas, die de hele wereld op zijn schouders torst. Dat wordt aan het begin verteld en aan het eind van het lied herhaald. In het middendeel wordt het hart op vrij ironische manier bestraffend toegesproken, zoals in Die Post uit de Winterreise. Een prachtig lied, dat echter een zorgvuldige opbouw nodig heeft: het begint nogal dramatisch maar het einde is nog dramatischer – of zou dat moeten zijn. (In de partituur staat aan het begin in de pianonoten ff en aan het eind fff.) Martineau begint wel heel erg stormachtig en Oliemans volgt hem daarin. Zijn fortissimo is zo hard dat ik me afvraag hoe hij dat aan het eind kan overtreffen. Het ironische middendeel doet hij heel goed. Jammer is dat aan het eind - waarschijnlijk twijfelend aan de mogelijkheid het volume van het begin te overtreffen – de stem niet echt goed ‘zit’ en er een soort anticlimax ontstaat: het volume is een stuk geringer dan aan het begin. Op zich geen ramp, dit soort situaties komen wel meer voor in concerten, maar in dit geval is het ook jammer omdat in dit concert wel meer liederen een beetje onbevredigend eindigen.
Misschien had Olieman dit kleine ongelukje ook wel nodig, want in de Heine-liederen die daarna volgen is hij erg in vorm.

Ihr Bild
vertelt van een minnaar die in zijn smart de afbeelding van zijn verloren geliefde levend ziet worden. Aan het eind is hij weer alleen met zijn ongeloof over het feit dat hij haar verloren heeft. Dit lied zingt Oliemans gewoon erg goed. Das Fischermädchen is het enige werkelijk vrolijke lied uit deze cyclus: het is in feite een verleidingsscène. Hier klopt ook alles: het lied begint goed, de opbouw klopt en het zacht gezongen einde klonk zeer overtuigend. Het meisje zich wel gewonnen geven.
Die Stadt verhaalt weer over een verloren geliefde, deze keer waarschijnlijk verdronken. Oliemans en Martineua vertellen het verhaal meeslepend en overtuigend. Am Meer vertelt van een man die voor altijd ongelukkig verliefd zal blijven op een vrouw, die hem met haar tranen vergiftigd heeft. Het einde was voor mijn gevoel een beetje onbeslist, er sprak noch ironie, noch ongeluk uit, maar toegegeven: Schubert heeft het ons daar ook niet gemakkelijk gemaakt.
Der Doppelgänger is misschien wel het mooiste gedicht uit de serie Heine-liederen: een ongelukkige geliefde staat voor het huis waar zijn liefje woonde en denkt terug aan die lang vervlogen tijd. Tot zijn schrik ziet hij een dubbelganger die nu op zijn beurt op dezelfde plek onder zijn liefdesongeluk gebukt gaat, net zoals hij ooit, zovele nachten. Het begin van het lied klonk voor mij iets te veel verlangend en iets te weinig ongelukkig en op het moment dat de dubbelganger zichtbaar wordt, had ik een zekere huiver willen horen. Alle dramatiek (bijvoorbeeld in ‘Schmerzensgewalt’) is echter weer heel erg overtuigend en aan het einde is ook de droefenis goed hoorbaar.

Na de zware kost van Heine, vormt Die Taubenpost een iets lichtere (voorlopige) afsluiting. Het is geen vrolijk lied, maar de weemoed is hier licht, zoals je ook zou verwachten bij een lied dat gaat over een vogel, al is die denkbeeldig. Die duif blijkt uiteindelijk namelijk te staan voor het verlangen, dat altijd weer terugkeert naar de geliefde.
Oliemans sloot na een lang applaus af met Wanderers Nachtlied I. Dat lied zong hij weer feilloos en uiteindelijk ontroerde dat me het meest. Daarmee wil ik niet zeggen dat de andere liederen niet ontroerend waren, maar er waren ook wel veel momenten waarop er net iets fout ging of in ieder geval niet helemaal goed ging. Op die plaatsen was te weinig nuance en zong Oliemans te vaak mezzoforte of harder: je hoorde iemand die leed, maar de achtergrond van dat lijden werd dan niet goed duidelijk. Ook bleek dat alle dramatiek wel erg veel energie gekost had, zodat een enkele noot wat steun ontbeerde.
Daar stonden echter ook veel liederen tegenover die Oliemans heel erg goed zong. Martineau ondersteunde hem goed, was soms erg vrij maar wist steeds de sfeer in de liederen en de gedachte erachter goed weer te geven, soms zelfs beter dan Oliemans.

Het was een bijzonder concert dat net als de andere uit deze serie liet horen dat Oliemans een heel goed liedzanger kan zijn als hij de tijd vindt om zich goed te verdiepen in de liederen. Deels was hij dat nu al, en in deze drie concerten was hij dat in de Winterreise vrijwel continu. Wat wel opviel – ook in zijn spreekstem toen hij een toelichting op de toegift gaf - was dat zijn stem de laatste jaren duidelijk groter is geworden. Voor opera een goed teken, maar of het voor het lied ook in ieder opzicht een aanwinst zal zijn, valt af te wachten. In ieder geval zijn er redenen genoeg om nu al gespannen uit te kijken naar een volgend liedrecital van Oliemans.

(Dré de Man)

 

Agenda: ga naar startpagina

Gebruikt u Google Chrome? Vink dan in instellingen (eerst klikken op drie streepjes helemaal rechts) netwerkacties voorspellen om de laadprestaties van pagina's te verbeteren uit, anders ziet u oude pagina's, niet alleen op deze site trouwens :(

Terug naar de actuele beginpagina

Over deze site

Kelly God: freudsam und leidsam

Angelika Kirchschlager subtiel en
temperamentvol

Hoog niveau bij International Student LiedDuo Competition

Vijftig tinten goud:
Händel-aria's door Kirchschlager

Poëzie of toneel

Authentieke Frauenliebe und -leben

Vitt land revisited

Hugo Wolf en de Vrienden van het Lied

Winterreise Christoph Prégardien 10/2/2013 Amsterdam

Interview Christoph Prégardien

Onderkoelde dramatiek en 'heiteres Behagen' bij Persson

Vuurwerk bij Nieuwjaarsconcert IVC

 

Finleys onterechte angst voor Die schöne Müllerin

kirchschlager
foto:  Nikolaus Karlinsky

Interview Kirchschlager Duits/Deutsch

Interview Kirchschlager wörtlich Duits/Deutsch

Nederlands & English volgt/follows

Kirchschlagers 'bess'res ich'(recensie)

 

mojca erdmann

Mojca Erdmann:
Meine Ruh' ist hin
(recensie)



Robert Holl & Rudolph Janssen:
Im Lied das tiefe Leid
(recensie)

Mattijs van de Woerd

foto:  Marco Borgreve

Aan het einde van de dromen (recensie)

Binnenkort:

Interview Angelika Kirchschlager Nederlands / Interview Peter Schreier / Wolfgang Holzmaier over Fritz Wunderlich

De kwellingen van Bostridge (recensie)

Verslag masterclasses Meinard Kraak en Peter Schreier en recital Miricioiu/Leiferkus

Verslag masterclass Nelly Miricioiu

Wunderlich's fair Maids / De drie schöne Müllerinnen van Wunderlich (Engels)

Ade, ich geh nach Haus
(acht tenoren sturen de schöne Müllerin naar huis)
Over het Duitse van de Romantiek

Over romantiek en ironie

Pictures IVC 2012: 1, 2, 3, 4, 5

Links:

http://www.schubert.nl/
www.vvhl.nl
http://www.hampsong.org/
http://www.internationalvocalcompetition.com/nl

Over Du holde Kunst:

Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Hij is voortgekomen uit een concertaankondiging van dezelfde naam. De inhoud varieert van verklarende teksten tot recensies en aankondiging van concerten. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man, maar er zijn besprekingen met andere medewerkers en organisaties gaande. Copyright alle teksten en foto's, tenzij anders vermeld: Dré de Man. Aankondigingen en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com

 

 


 

Concertrecensies - CD-recensies - Masterclassbesprekingen - Interviews - Concertagenda - Masterclassagenda - Audio, HiFi en gadgets - Componisten - Werken - Links - Over de liedkunst - Over het Duitse van de romantiek - Over romantiek en ironie - Over deze site - Reizen en cursussen - Zangers - Pianisten - Zangdocenten
(Dit menu wordt in de loop van de komende weken geheel functioneel, ook de rechterkolom wordt aangepast)

 

Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man maar besprekingen met partners zijn in een vergevorderd stadium. Concertaankondigingen, medelingen en advertentieverzoeken en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com